Jokken & mokken
Ridder Bartje, opgeblazen, gromt en bromt,
Krijgt zijn verdomde confederatie niet rond,
Hij verlangt de wall of fame zoals Puigdemont,
In Oostenrijkse maatpak, Herr Bart vertelt zijn droom.
Als Flaamse ridder de Gulden Spoor op te leven,
Te paard met speren en schilden,
En vrienden van het Flaamse dictaat,
Het hart doorboren van de Waalse soldaat.
Snakkend naar lucht, badend in het zweet,
Schrikt Bartje wakker uit zijn slaap en leed,
Terwijl tante Kaatje hem kalmeert vertelt hij zijn miserie,
Ik ben toch geen Vlaamse ridder met een visie,
Maar een mokkend kindje en niets anders dan andermans nachtmerrie.
Silex